Dank voor uw reactie op mijn email. Uit de door u bedoelde brochure, heb ik vooral met aandacht het gedeelte `stappenplan voor de gemeente` gelezen. Dat gedeelte bevat vooral handvaten voor gemeenten hoe om te gaan met klachten over stookoverlast. Artikel 7.22 van het Bouwbesluit 2012 vormt hier het startpunt. Zoals al eerder aangegeven, is artikel 7.22 van het Bouwbesluit 2012 geen wondermiddel om categorisch rookoverlast tegen te gaan. Dit moet van geval tot geval beoordeeld moeten worden. Zoals uit uitspraken van rechters blijkt, biedt dit artikel vaak geen voldoende grondslag om iets tegen de rookoverlast te doen (zie bijvoorbeeld ook de uitspraken van de Raad van State van 12 november 2014, 201306442/1/A1 en 201308188/1). Hinder blijft een subjectief begrip, zo ook geurhinder. Het vaststellen ervan is niet eenvoudig. Zo is het bijvoorbeeld de vraag of de geur, die de overlast veroorzaakt afkomstig is van een of van meerdere kachels. Ook wat de gezondheidsklachten betreft is het vaststellen of er sprake is van een onaanvaardbare verhoging van de schadelijke componenten ingewikkeld. En bestaan er geen objectieve normen waar aan worden getoetst.
Wel denk ik dat veel gemeenten in de voorlichtende sfeer nog veel kunnen doen. Door bijvoorbeeld van tijd tot tijd een artikel te plaatsen op de website, waarin wordt uitgelegd, wat de gevolgen zijn voor de omwonenden, als de houtkachel brandt als het windstil is of mistig. En hier het advies aan toe te voegen om geen hout in de houtkachel te stoken bij deze weersomstandigheden.
http://www.voorst.nl/